Terugvorderingen voorkomen

Toeslaggerechtigden hebben behoefte aan zekerheid, moeten krijgen waar ze recht op hebben en erop kunnen vertrouwen dat Dienst Toeslagen  voor hen klaarstaat. Terugvorderingen staan deze burgerbeloften in de weg. Met ‘Werken in de actualiteit’ (Wida) willen we ervoor zorgen dat mensen de toeslagen die ze ontvangen, mogen houden. We doen daarbij liever een nabetaling dan een terugvordering. 

Via een aantal maatregelen willen we die zekerheid en eenvoud vergroten, met als doel terugvorderingen met 30% terug te dringen. Want toeslagen moeten zorgen wegnemen, niet veroorzaken. 

De juiste toeslag op het juiste moment

In een mensenleven kan veel veranderen. Het inkomen gaat omhoog of omlaag, het aantal uren kinderopvang verandert, iemand verhuist of gaat scheiden. De hoogte van toeslagen kan achterlopen bij de actualiteit, waardoor burgers voor onverwachte terugvorderingen komen te staan. Daarnaast vinden mensen toeslagen lastig te begrijpen, zeker als ze 1 tot 2 jaar later bij de definitieve toekenning alsnog moeten terugbetalen. Deze complexiteit - samen met de angst voor terugvorderingen - verklaart ook deels waarom veel mensen toeslagen niet gebruiken. 

De maatregelen die Dienst Toeslagen inzet, hebben invloed op de hoogte van het voorschot en staan op deze pagina beschreven. Ze zijn bedoeld om hoge terugvorderingen zoveel mogelijk te voorkomen. De maatregelen hebben geen gevolgen voor de hoogte van het definitieve recht op toeslagen. En bij alle maatregelen geldt dat mensen het voorschot zelf kunnen aanpassen als ze het niet eens zijn met de wijziging door Dienst Toeslagen.

1) Verhoogde inkomensindexering in het nieuwe jaar

De meeste mensen krijgen jaarlijks een hoger inkomen. Veel mensen geven dat niet door aan Dienst Toeslagen. Daarom worden ieder jaar bij de jaarovergang de inkomens van toeslagaanvragers aangepast (geïndexeerd) op basis van de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon. Voor veel toeslagontvangers blijkt de werkelijke stijging van het inkomen nog hoger en zou de jaarlijkse indexering toch voor een terugvordering zorgen.

Om te voorkomen dat veel huishoudens door een te lage indexering toeslag moeten terug betalen, heeft Dienst Toeslagen de inkomens voor 2025 met 3% extra geïndexeerd. Mensen ontvangen zo een lager voorschot, dat beter rekening houdt met situaties waarbij de inkomens in 2025 verder stijgen. Daarmee neemt het risico op hoge terugvorderingen aan het eind van het jaar af.

2) Gebruik vermogensgegevens in de jaarovergang

Huishoudens met een vermogen boven een bepaalde grens hebben geen recht op huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget. Dit vermogen wordt pas na afloop van het toeslagjaar vastgesteld. Wanneer deze huishoudens wel een voorschot ontvangen, zorgt dit voor hoge en vaak onverwachte terugvorderingen. Om dat te voorkomen, gebruikt Dienst Toeslagen voor toeslagjaar 2025 de meest recente gegevens over het vermogen om de hoogte van het voorschot te bepalen.

Heeft een huishouden een vermogen van tenminste € 200.000 en was er het jaar ervoor ook een vermogen bekend bij Dienst Toeslagen? Dan neemt Dienst Toeslagen de vermogensgegevens op in de aanvraag en ontvangt een toeslagenaanvrager geen voorschot voor huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget meer. De aanvraag wordt niet stopgezet en toeslagontvangers behouden de mogelijkheid om hun vermogensgegevens zelf te wijzigen. Als na afloop van het jaar blijkt dat het vermogen wel binnen deze grens valt, wordt de toeslag nabetaald. Naar verwachting gaat het om ongeveer 7.500 huishoudens.

3) Pilot ambtshalve muteren

Als ouders voor meer uren kinderopvangtoeslag aanvragen dan het aantal uren dat het kind daadwerkelijk doorbrengt op de kinderopvang, kunnen hoge terugvorderingen ontstaan. Dienst Toeslagen attendeert ouders daarop, maar niet iedereen wijzigt de gegevens. Daarom voert Dienst Toeslagen een pilot uit. Daarbij passen we de kinderopvangtoeslag automatisch naar beneden aan als ouders te veel ontvangen en niet reageren op een verzoek om de gegevens (zoals het aantal uren) aan te passen.

4) Voorzichtig voorschot

Uit onderzoek blijkt dat mensen liever eerst maandelijks te weinig voorschot ontvangen met een nabetaling aan het eind van het jaar als gevolg, dan dat ze risico lopen op een hoge terugvordering. Daarom onderzoeken we de mogelijkheid mensen te laten kiezen voor een voorzichtig voorschot. Het maandelijkse voorschot wordt dan iets lager dan het bedrag waar een toeslagenaanvrager volgens onze gegevens recht op heeft.

Meer maatregelen

Andere maatregelen zijn bijvoorbeeld het verder verbeteren van onze dienstverlening en het inzetten van algemene en persoonlijke campagnes. Dit doen we onder andere door mensen via campagnes meer inzicht te geven in het belang van het tijdig doorgeven van wijzigingen. Ook bieden we steeds meer hulp dichtbij, bijvoorbeeld in buurthuizen, bibliotheken en maatschappelijk dienstverleners, voor wie dit nodig heeft voor het regelen van toeslagen.

Met Werken in de actualiteit zoekt Dienst Toeslagen naar een veilige verhouding tussen de hoogte van het toeslagbedrag en het risico van een terugvordering. Want we willen mensen zo min mogelijk belasten met de nadelen van het huidige (voorschot)stelsel, waarbij een voorschot wordt verstrekt op basis van een schatting van het jaarinkomen. De meeste terugvorderingen komen namelijk voort uit een verkeerd (te laag) geschat inkomen.

In de komende jaren kunnen we binnen de huidige wet en het huidige stelsel verbeteringen aanbrengen die 30% van de terugvorderingen terugdringen. Op lange termijn werken we aan de vernieuwing van het toeslagenstelsel, wat de weg vrijmaakt voor een volledige oplossing van de (hoge) terugvorderingen.